Wat is een hamerteen?
Een hamerteen is een afwijking waarbij de gewrichten in de teen een afwijkende stand aannemen. Als gevolg hiervan ontstaat een kromming in de teen en neemt deze een onnatuurlijke vorm aan. Bij een hamerteen staat het gewricht tussen het eerste en tweede kootje gebogen, terwijl het gewricht tussen het tweede en derde kootje gestrekt is. De punt van de gebogen teen hamert hierdoor als het ware tegen de ondergrond tijdens het lopen. Een hamerteen ontstaat vrijwel nooit aan de grote of kleine teen, maar meestal aan één van de tussengelegen tenen.
Het ontstaan van een hamerteen kan diverse oorzaken hebben. Stands- of voetafwijkingen zoals platvoeten of holvoeten, maar ook verkeerd schoeisel kunnen hamertenen veroorzaken. Een afwijkende houding van de voet kan de balans tussen de spieren die de tenen buigen en strekken verstoren met gewrichtsafwijkingen tot gevolg. Met name schoenen met te hoge hakken of schoenen die knellen bij de tenen kunnen het vergroeien van de tenen tot gevolg hebben. Ook ouderdom, artrose, reuma, suikerziekte en aderverkalking kunnen het risico op hamertenen vergroten. Hamertenen treden vaak op in combinatie met hallux valgus, een scheefstand van de grote teen.
Hamerteen: symptomen
Een hamerteen kan een lastige aandoening zijn. De kromming van de teen kan leiden tot pijnklachten in de teen en rest van de voet. Bovenop de teen kan er door wrijving met het schoeisel een pijnlijke likdoorn of eelt ontstaan. Ook kan de kromstand van de hamerteen zorgen voor een verhoogde druk op de voorvoet en het topje van de teen. Omdat de tenen belangrijk zijn bij het ondersteunen van het lichaam, kunnen hamertenen u uit balans halen en uw evenwicht verminderen tijdens het staan en lopen.
Hamerteen: behandeling
In eerste instantie wordt meestal geprobeerd een hamerteen te behandelen door de houding van uw voeten te verbeteren. Dit kan onder andere door het dragen van andere schoenen of het gebruik van opzetstukjes en steunzolen. Als de klachten toch blijven aanhouden kan er voor een operatieve ingreep worden gekozen. Onder plaatselijke verdoving wordt tijdens deze operatie een deel van het gewricht tussen het eerste en tweede kootje verwijderd. De teen wordt hierdoor een beetje korter en zal niet meer voor problemen zorgen. In sommige gevallen wordt een klein metalen pinnetje in de teen geplaatst, zodat de juiste houding behouden blijft. Na de operatie mag u direct naar huis, maar moet u uw voet nog twee weken in drukverband houden. Deze operatieve ingreep is in maar liefst 95% van de gevallen succesvol. De buigzaamheid van de teen is meestal verminderd na de ingreep, maar dit heeft weinig tot geen effect op het functioneren van de voet.