Na de geboorte ontplooien de longen van een baby. De longen moeten namelijk zuurstof aan het bloed toevoegen zodat het lichaam van het kindje voldoende zuurstof en energie krijgt. Hiervoor stroomt zuurstofarm bloed via de longslagader langs de longen, en uiteindelijk via het hart en de aorta als zuurstofrijk bloed het lichaam binnen.
Vóór de geboorte verkrijgt de foetus het zuurstof nog uit de placenta. De longen hoeven dus nog geen zuurstof toe te voegen aan het bloed. Omdat de bloedstroom niet langs de longen hoeft, is er bij het ongeboren kind een directe verbinding tussen de longslagader en de aorta. Deze verbinding noemt men de ‘ductus Botalli’, ook wel ‘ductus arteriosus’.
Als na de geboorte de longen ontplooien, moet de ductus Botalli sluiten. Wanneer dit niet gebeurt, wordt gesproken van een ‘open ductus Botalli (ductus arteriosus)’.
Klachten open ductus Botalli (ductus arteriosus)
Dit is een aangeboren hartafwijking waarbij het bloed vanuit de aorta naar de longslagader kan stromen. Als gevolg hiervan kan het hart overwerkt raken. Bovendien resulteert de afwijking in overmatige vulling van de longvaten waardoor ademhalingsproblemen kunnen ontstaan of toenemen. Een open ductus kan een hartfalen veroorzaken.
Behandeling open ductus Botalli (ductus arteriosus)
Een open ductus Botalli kan spontaan herstellen. Bijvoorbeeld bij te vroeg geboren kinderen sluit de open ductus Botalli in sommige gevallen vanzelf binnen enkele weken of maanden na de geboorte. De arts zal mogelijk kiezen voor een medicamenteuze behandeling. Wanneer de open ductus arteriosus niet herstelt en niet met medicijnen te behandelen is, zal een operatie noodzakelijk zijn.