Bloedsomloop: functie en werking
De bloedsomloop verzorgt de circulatie en verdeling van het bloed over het lichaam. In de bloedsomloop wordt zuurstof vervoert. Ook transporteert de bloedsomloop diverse stoffen die noodzakelijk zijn voor een juiste werking van de weefsels in het lichaam. Tot slot worden afvalstoffen (met name koolzuurgas) afgevoerd via de bloedsomloop. Uw bloedsomloop kan dus in feite worden gezien als een belangrijk transportsysteem van de mens. Het zorgt ervoor dat voedingsstoffen en zuurstof op de juiste plekken in het lichaam worden afgeleverd en dat de afvalstoffen vervolgens worden meegenomen om af te voeren. Het hart en een zeer dicht netwerk van bloedvaten (slagaders, aders, lymfevaten) maken onderdeel uit van dit belangrijke transportsysteem. De bloedsomloop vervult de volgende transportfuncties:
- Het zorgt voor zuurstof van longen naar de cellen;
- Het verzorgt het transport van het koolzuurgas van cellen naar de longen;
- Het transporteren van verteringsproducten van darmen naar uw cellen;
- Het afvoeren van afvalstoffen en overbodige stoffen van uw cellen naar de nieren en lever;
- De hormonen van de hormoonklier naar de cellen transporteren;
- Het zorgt voor warmte.
De bloedsomloop heeft daarnaast ook een belangrijke afweerfunctie. Het zorgt er namelijk voor dat het lichaam wordt beschermd tegen diverse potentiële ziekteverwekkers. Er zijn grofweg twee soorten bloedsomlopen, namelijk de grote bloedsomloop (lichaamscirculatie) en de kleine bloedsomloop (longcirculatie). Binnen de grote bloedsomloop zijn nog enkele plaatselijke bloedsomlopen te onderscheiden.
De grote bloedsomloop
De grote bloedsomloop vertegenwoordigt de lichaamscirculatie. Met uitzondering van de longen, wordt het hele lichaam van bloed voorzien vanuit de grote bloedsomloop. Vanuit het hart wordt bloed naar de andere delen van uw lichaam gepompt. Dit is zuurstofrijk bloed. Nadat het zuurstof aan de lichaamscellen is afgegeven, worden het zuurstofarme bloed en afvalstoffen weer teruggebracht naar het hart.
De weg van de grote bloedsomloop
De grote bloedsomloop legt een relatief lange weg af. Het bloed verlaat het hart via de linker kamer naar de aorta. De aorta is een grote slagader die zich vertakt tot bloedvaten met een steeds kleinere doorsnede en uiteindelijk de haarvaten. De organen en lichaamscellen halen het zuurstof en voedingsstoffen uit deze haarvaten en geven afvalstoffen zoals koolzuurgas terug. Vanuit de haarvaten gaat het zuurstofarme bloed naar de aders, waarna het in de holle aders terecht komt. De holle aders komen uiteindelijk uit in het rechter atrium van het hart. Vervolgens start de kleine bloedsomloop.
Plaatselijke bloedsomlopen binnen de grote bloedsomloop
1) De bloedsomloop van het hart. Deze bloedsomloop wordt hoofdzakelijk verzorgd door de rechter kransslagader, de linker kransslagader en zijtakken ervan. Deze slagaders zorgen voor de zuurstofvoorziening van het hart.
2) De bloedsomloop van de hersenen. Deze bloedsomloop wordt verzorgd door vier hersenslagaders, namelijk twee halsslagaders en twee wervelslagaders. De grote halsaders vervoeren vervolgens het bloed vanuit de aders weer naar het hart.
3) De bloedsomloop van de nieren. Deze bloedsomloop wordt geregeld door twee nierslagaders. Deze nierslagaders transporteren het bloed van de aorta naar de nieren.
De kleine bloedsomloop
De kleine bloedsomloop vertegenwoordigt de longcirculatie. Met behulp van de kleine bloedsomloop wordt het koolzuurgas uit het lichaam verwijderd en wordt het bloed opnieuw met zuurstof verrijkt in de longen.
De weg van de kleine bloedsomloop
De kleine bloedsomloop vervoert zuurstofarm bloed en koolzuurgas vanuit de rechter kamer van het hart naar de longslagader. In de longen wordt het koolzuurgas afgegeven en zuurstof opgenomen in het bloed. Het bloed is nu ‘zuurstofrijk’. Dit zuurstofrijk bloed wordt via de longaders naar het hart getransporteerd, waar het in de linkerboezem van uw hart stroomt.